Het ging in deze zaak om een werkneemster die in 2018 in dienst was getreden bij Accent Receptieservices. Tijdens een personeelsweekend, georganiseerd door de personeelsvereniging van werkgever, op een kampeerboerderij heeft werkneemster enkele collega´s op haar slaapkamer cocaïne getoond en aangeboden. Eén collega is op het aanbod ingegaan en samen met deze collega heeft werkneemster cocaïne gebruikt. Daarna hebben zij zich weer bij het gezelschap gevoegd. De volgende ochtend is werkneemster verzocht naar huis te gaan en de daaropvolgende maandag is zij op staande voet ontslagen. Werkneemster heeft zich verzet tegen het ontslag. Tijdens de zitting heeft zij zich alsnog bij het ontslag neergelegd, maar een schadevergoeding gevorderd wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn en een billijke vergoeding.
De kantonrechter stelt voorop dat ‘het gebruik van cocaïne in brede kring als maatschappelijk onwenselijk wordt beschouwd en dat het bezitten, aanbieden of verhandelen van cocaïne zelfs een strafbaar feit is, maar anderzijds dat het gebruik van cocaïne in bepaalde kringen zo niet gemeengoed, dan toch in ieder geval tamelijk wijd verbreid is. (….) Dat werkneemster cocaïne zelf gebruikt en, naar aan te nemen valt, een kleine hoeveelheid aanbiedt aan een collega, waarvan gezegd wordt dat die niet eerder cocaïne gebruikte, is derhalve enerzijds wellicht onwenselijk of zelfs strafbaar, maar anderzijds een maatschappelijke realiteit, die niet als zeldzaam dient te worden gezien.’ Verder heeft de kantonrechter overwogen dat in dit geval het gebruik van de cocaïne te ver verwijderd was van het dienstverband van werkgever met werkneemster. De rechter wees daarbij in de eerste plaats op het feit dat het gebruik buiten werktijd heeft plaatsgevonden en op een locatie die ver verwijderd was van de plaats waar werkneemster gebruikelijk haar werkzaamheden verrichtte. Daarnaast vond het gebruik plaats tijdens een personeelsuitje dat georganiseerd werd door de personeelsvereniging. Van enige rechtstreekse betrokkenheid van werkgever op de activiteiten van de personeelsvereniging was volgens de rechter geen sprake. De kantonrechter is vervolgens tot het oordeel gekomen dat het gebruik van de cocaïne door werkneemster in dit geval niet een ontslag op staande voet rechtvaardigde. De kantonrechter heeft de vordering van werkneemster tot toekenning van een schadevergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn toegewezen en verder een billijke vergoeding ter hoogte van anderhalve maandsalaris.
Terugkomend op de vraag of het cocaïnegebruik tijdens een personeelsfeest een reden oplevert voor ontslag op staande voet, is het antwoord dat de werkneemster in dit geval daar goed mee is weggekomen. Het ontslag hield geen stand. Daarbij speelde een rol dat het – naar de kantonrechter aannam – om een kleine hoeveelheid cocaïne ging die werkneemster aan een collega had aangeboden en de cocaïne was gebruikt in de beslotenheid van een kampeerboerderij alwaar het personeelsfeest, georganiseerd door de personeelsvereniging, plaatsvond. Deze uitspraak geeft de werknemer geen vrijbrief om op ieder personeelsfeest verdovende middelen te gebruiken.
Van Bladel Advocaten heeft ruime ervaring met zaken op het gebied van ontslag op staande voet. Heeft u een vraag over een voorgenomen ontslag, belt u dan gerust.