Lang dienstverband
De werknemer in kwestie was al ruim 21 jaar in dienst bij werkgever, een chemiebedrijf. Hij maakte deel uit van een team van zeven operators die in een roterend volcontinue rooster werkten. Hoewel dit normaal gesproken solistisch werk is, liep de werknemer in verband met een eerdere ziekmelding/ reïntegratie mee met een collega.
Hoesten op het werk
Op 15 maart 2021 hoestte de werknemer stevig op het werk. Meerdere collega’s spraken hem aan en adviseerden hem om naar huis te gaan, wijzend op de coronaregels binnen het bedrijf. Werknemer stelde dat het allemaal niet zo erg was en dat het waarschijnlijk door zijn bronchitis en/of suikerziekte kwam dat hij hoestte. De collega’s verklaarden achteraf dat zij hem eerder niet zo ernstig hadden horen hoesten als op die dag.
Op 16 maart 2021 meldde de werknemer zich alsnog ziek en op 18 maart 2021 liet hij aan zijn direct leidinggevende per WhatsApp weten dat hij positief was getest op het coronavirus.
Geen verwijtbaar handelen
De werkgever heeft vervolgens een verzoek tot ontbinding ingediend, ten eerste stellende dat de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld door met verkoudheidsklachten naar het werk te gaan en daardoor - naar later bleek - zijn collega’s bloot te stellen aan de schadelijke gevolgen van het coronavirus. Voorts werd gesteld dat hij in strijd had gehandeld met de interne corona gedragsregels van werkgever en het verzuimprotocol.
Volgens de kantonrechter had de werknemer gelet op de besmettelijkheid van het coronavirus niet op het werk moeten verschijnen of in ieder geval naar huis moeten gaan toen hem dat door meerdere collega’s werd geadviseerd. De kantonrechter acht dit geen dusdanig verwijtbaar handelen dat de arbeidsovereenkomst hierom ontbonden moet worden. Ondanks het onverantwoorde gedrag van de werknemer is de maatregel van ontslag een uiterst middel. De kantonrechter weegt mee dat de werknemer zich de volgende dag wel ziek heeft gemeld en zich bij de GGD heeft laten testen op het coronavirus, zodat hij de gedragsregels uiteindelijk wel heeft nageleefd. Ook wordt meegewogen dat de werknemer een solistische functie had waarbij hij weinig contact had met de andere collega’s en daardoor niet veel collega’s heeft blootgesteld aan een mogelijke coronabesmetting.
Wel verstoorde arbeidsverhouding
De werkgever verzocht de arbeidsovereenkomst ten tweede te ontbinden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Dit slaagde wel. De kantonrechter was het met de werkgever eens dat de werknemer het vertrouwen van zijn collega’s en zijn leidinggevende had beschaamd door ondanks het advies van in ieder geval vier collega’s om naar huis te gaan met zijn klachten toch op het werk te blijven. Doordat de werknemer de volgende dag positief werd getest op het coronavirus werd de vrees van de collega’s dat hij mogelijk het coronavirus had werkelijkheid. In het oordeel speelde mee dat de werknemer die dag niet alleen werkte, maar vanwege zijn re-integratie met een andere operator meeliep.
De werknemer heeft in de procedure gesteld dat verklaringen die zijn collega’s hebben afgegeven niet kloppen en niet geloofwaardig zijn. Door in feite te stellen te stellen dat zijn collega’s liegen heeft de werknemer de vertrouwensbreuk groter gemaakt. Hij had volgens de kantonrechter kunnen erkennen dat hij op 15 maart 2021 een fout heeft gemaakt door niet naar huis te gaan. In plaats daarvan bleef hij volharden in zijn eigen gelijk en toonde hij geen berouw, terwijl er wel degelijk een risico was dat hij collega’s besmette en hij waarschijnlijk ook een collega besmet heeft. De kantonrechter oordeelde dat het daarom begrijpelijk is dat de collega’s van werknemer geen vertrouwen meer in hem hebben. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding.
Enkel de transitievergoeding wordt aan de werknemer toegekend. Het verzoek van de werknemer tot de toekenning van een billijke vergoeding wordt afgewezen, omdat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
De volledige uitspraak vindt u door te klikken op deze link.
***
Opvallend in deze zaak is dat de kantonrechter geen verwijtbaar handelen wegens het schenden van de coronaregels aanneemt. De vertrouwensbreuk wordt wel aangenomen. De schriftelijke verklaringen van de collega’s en de manier waarop de werknemer daarop reageerde, blijken van groot belang voor de uitkomst. Uit de uitspraak valt op te maken dat de werknemer zijn 21-jarige dienstverband wellicht had kunnen redden door achteraf zijn fout te erkennen en te proberen de relatie met de collega’s te herstellen.
Indien u als werkgever vragen heeft over een specifieke coronagerelateerde casus neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.