Zorgplicht werkgever
Werkgevers zijn op grond van hun zorgplicht verplicht om een veilige werkomgeving te creëren. Als werkgever zul je dus maatregelen moeten treffen om besmetting op de werkvloer zoveel mogelijk te voorkomen. Zo dient de werkgever medewerkers informatie te verstrekken over het virus, medewerkers te informeren over de symptomen, hen te wijzen op hygiënevoorschriften (handen wassen, niezen/hoesten in de binnenkant van de elleboog, schone papieren zakdoeken gebruiken, eventueel geen handen schudden etc) en deze te faciliteren. Uiteraard is het zaak dat werkgevers alert blijven op eventuele adviezen van het RIVM en deze opvolgen.
Instructierecht
Een werkgever mag instructies geven aan medewerkers om de omstandigheden op de werkvloer veilig te houden, bijvoorbeeld:
- de medewerker de toegang tot de werkplek ontzeggen, als daar een redelijke grond voor is. Een medewerker die net in een risicogebied is geweest, kan bijvoorbeeld gevraagd worden twee weken thuis te blijven om te zien of er symptomen ontstaan die duiden op besmetting. Daarbij mag de werkgever de werknemer vragen thuis te werken, indien mogelijk en wanneer er een, Arbo-technisch gezien, verantwoorde thuiswerkplek is. Uiteraard blijft de werkgever wel loon verschuldigd;
- de medewerker te vragen de werkgever direct te informeren als sprake is van mogelijk besmettingsgevaar, bijvoorbeeld als een medewerker van de GGD het advies krijgt om thuis te blijven;
- de medewerker te instrueren niet privé af te reizen naar risicogebieden waarvoor vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken de code “niet reizen” of “alleen noodzakelijke reizen” geldt, tenzij deze reis noodzakelijk is.
- de werkgever kan medewerkers vragen samen te werken met collega's die zijn teruggekomen uit risicogebieden, als er geen symptomen zijn die wijzen op besmetting.
Het is zaak om medewerkers actief te informeren over wat van medewerkers wordt verwacht en welk beleid de organisatie voert.
Privacy
Privacyregels staan er niet aan in de weg dat een werkgever vragen stelt aan medewerkers om besmetting van andere medewerkers op de werkplek te voorkomen. Vragen die daarop gericht zijn en daarvoor noodzakelijk zijn mogen gesteld worden.
De werkgever mag zelf geen gezondheidstesten doen: dat is op grond van de AVG verboden.
Zakelijk verblijf in het buitenland
Het is verstandig om de reisadviezen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de gaten te houden en deze zoveel mogelijk als leidraad aan te houden. Er zal een goede afweging moeten worden gemaakt of het noodzakelijk is dat een medewerker in het kader van het werk in risicogebieden blijft of daarnaartoe dient te reizen. Van een werkgever mag een zorgvuldige belangenafweging worden verwacht die de veiligheid en gezondheid zoveel mogelijk waarborgt.
Medewerkers mogen weigeren om af te reizen naar een risicogebied als de werkomstandigheden ter plekke niet voldoen aan de adequate gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden, of als er geen noodzaak is af te reizen.
Indien een medewerker zich vanwege het werk bevindt in een risicogebied en die aanwezigheid noodzakelijk blijft, dient de werkgever beschermingsinstructies te geven en medewerkers zoveel mogelijk te beschermen tegen besmettingsgevaar.
Recht op loon
Als een medewerker daadwerkelijk is getroffen door het coronavirus en als gevolg daarvan niet in staat is om te werken, heeft deze medewerker recht op loon bij ziekte. Daarnaast zijn er verschillende situaties waarin een medewerker die niet ziek is recht heeft op loon.
- Als een werknemer door de werkgever preventief wordt thuisgelaten, heeft hij recht op loon.
- Een medewerker heeft naar alle waarschijnlijkheid recht op loon indien hij verplicht (in het buitenland dan wel in Nederland) in quarantaine moet. Als werkgever zou je immers iemand ook niet toelaten, als je weet dat dit besmettingsgevaar oplevert voor anderen op de werkvloer. In die redenering komt de loondoorbetalingsverplichting voor rekening van de werkgever.
- Een medewerker heeft recht op loon als scholen sluiten en het kind moet worden opgevangen. Dit is echter maar voor korte duur; het gaat alleen om de periode waarin alternatieve opvang moet worden geregeld, het zogenaamde calamiteitenverlof. Kan na een paar dagen geen opvang worden geregeld dan vervalt het recht op loon of dient de medewerker verlof op te nemen.
- Een medewerker die zonder goede grond thuis blijft, heeft geen recht op loon: angst voor besmetting zonder dat er een redelijke grond is voor die angst is onvoldoende om (met behoud van loon) thuis te mogen blijven.
- Als een medewerker privé met vakantie gaat naar een bestemming waarvan het Ministerie van Buitenlandse Zaken een negatief reisadvies geeft en ziek wordt, dan houdt hij tijdens de ziekte recht op loon.
- Als de medewerker in strijd met een uitdrukkelijke instructie van een werkgever afreist naar een risicogebied dan is de vraag of nog recht bestaat op loon. Wordt een werknemer dan daadwerkelijk ziek dan heeft hij gedurende de ziekte naar alle waarschijnlijkheid gewoon aanspraak op loon. Moet de medewerker in verband met het verblijf in zo’n risicogebied in quarantaine, dan is goed verdedigbaar dat tijdens die quarantaine geen recht op loon bestaat. Het helpt in dat verband als de werkgever vooraf duidelijke instructies heeft gegeven en de werknemer op deze (mogelijke) gevolgen heeft gewezen.
Werktijdverkorting
Een organisatie kan voor een periode van maximaal 24 weken toestemming voor werktijdverkorting aanvragen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er moet dan sprake zijn van een direct verband tussen de werkvermindering en de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus, zoals het verplicht sluiten van de horeca-gelegenheden. Organisaties komen in aanmerking als ze verwachten minimaal 2 en maximaal 24 weken minstens 20% minder werk in de gehele onderneming te hebben als gevolg van de uitbraak en de daaraan gekoppelde maatregelen. Werknemers die in verband met deze werktijdverkorting minder uren werken, komen in aanmerking voor een tijdelijke WW-uitkering.
Deze blog is geschreven door Dies Siegers van Van Bladel Advocaten. Heeft u vragen over een specifieke situatie dan kunt u contact met haar of met één van de andere specialisten van ons kantoor opnemen via info@vanbladeladvocaten.nl of op telefoonnummer 030 -220 3111