Uitspraak Hoge Raad 21 juni 2022
Nadat de werkgever de procedure bij de kantonrechter had gewonnen en de werknemer verboden werd bij de concurrent in dienst te treden, werd de werknemer in hoger beroep door het hof alsnog in het gelijk gesteld en bevrijd van het concurrentiebeding. Het hof oordeelde dat de belangen van de werknemer om in dienst te treden bij de concurrent zwaarder wogen dan de belangen van de werkgever om de werknemer aan het concurrentiebeding te houden. De werkgever had zich onder andere erop beroepen dat hij belang had bij handhaving van het concurrentiebeding en dus de werknemer te binden om tijd te hebben vervangend personeel te vinden in een krappe arbeidsmarkt. Anders komt de bedrijfsvoering en continuïteit in gedrang, en dat gaat ten koste van het bedrijfsdebiet aldus de werkgever. Volgens de werkgever is een concurrentiebeding ook bedoeld om dat belang van de werkgever te beschermen. Het hof vond van niet en verwijst naar de bedoeling van de wet. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof.
Doel concurrentiebeding
Het concurrentiebeding is bedoeld om de werkgever te beschermen tegen aantasting van het bedrijfsdebiet - opgebouwde knowhow en goodwill – als de werknemer in dienst treedt bij een concurrent van de oude werkgever waardoor dat bedrijfsdebiet wordt aangetast. Bijvoorbeeld doordat de betrokken werknemer door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en technische) informatie of van unieke werkprocessen en strategieën die hij ten behoeve van zijn nieuwe werkgever kan gebruiken en waardoor de nieuwe werkgever in de concurrentieslag met de oude werkgever in het voordeel is, of bijvoorbeeld doordat de werknemer zo intensief samenwerkt met bepaalde klanten van de oude werkgever dat deze klanten overstappen naar diens nieuwe werkgever.
Belangenafweging
Of indiensttreding bij een concurrent in strijd is met het concurrentiebeding hangt af van de uitkomst van de belangenafweging waarbij de belangen van de werkgever om zijn bedrijfsdebiet te beschermen worden afgewogen tegen de belangen van de werknemer om vrij te zijn over te stappen naar een andere werkgever. In onze blog over de do’s and don’ts van het concurrentiebeding leest u meer hierover. Duidelijk is met de uitspraak van de Hoge Raad dat het willen vasthouden van een werknemer vanwege de krappe arbeidsmarkt en het daardoor ontstane vervangingsprobleem geen belang is, waarmee rekening wordt gehouden in het voordeel van de werkgever. Het vervangingsprobleem speelt immers ook als de werknemer een willekeurig andere werkkring zou vinden die niet concurrerend is.
Aangekondigde hervormingen concurrentiebeding
In onze vorige blog informeerden wij u ook over de aangekondigde hervormingen van de huidige wettelijke regeling van het concurrentiebeding. Minister Van Gennip heeft in haar brief aan de Tweede Kamer van 25 februari 2022 eveneens gezegd dat het concurrentiebeding niet is bedoeld om werknemers vast te houden in een krappe arbeidsmarkt. Het is wachten op het voorstel van Minister Van Gennip dat omstreeks deze tijd wordt verwacht. Zodra daar nieuws over is zullen wij u natuurlijk op de hoogte brengen.