PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher zei hierover in 2017 (toen hij minister van sociale zaken en werkgelegenheid was) dat veel mensen uit schuldgevoel of groepsdruk ook laat in de avond nog werkmail of apps van collega’s bekijken. Dat kan volgens Asscher leiden tot een steeds vagere grens tussen werk en privé, met als uiteindelijke resultaat een te grote werklast, burn-out en verstoorde verhoudingen in het gezin. Het voorstel van PvdA kamerlid Van Dijk is een vervolg op het pleidooi van Asscher uit 2017. Van Dijk stelt voor om de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) te moderniseren.
In artikel 3 lid 2 van de Arbowet staat nu het volgende: “De werkgever voert, binnen het algemeen arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid gericht op voorkoming en indien dat niet mogelijk is beperking van psychosociale arbeidsbelasting”. Op grond van het wetsvoorstel wordt daar het volgende aan toegevoegd: “Hierbij wordt in ieder geval invulling gegeven aan het recht van de werknemer om onbereikbaar te zijn om arbeid te verrichten buiten werktijd”. Daarnaast moet de werkgever in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) vastleggen hoe de in de Arbeidstijdenwet voorgeschreven rusttijd door de werkgever wordt gewaarborgd.
Volgens de memorie van toelichting is het doel van het wetsvoorstel dat het onderwerp bereikbaarheid buiten werktijd bij alle bedrijven onderdeel van gesprek wordt tussen de werkgever en de werknemers. Op die manier zijn alle werknemers er zeker van dat er duidelijke afspraken zijn over (on)bereikbaarheid buiten werktijd. Werkgevers worden verplicht om, via het te voeren arbobeleid, de risico’s van het continue bereikbaar zijn in kaart te brengen en maatregelen te nemen om de nadelige gevolgen hiervan te voorkomen. Werkgever en werknemers moeten in onderling overleg kijken naar de meest passende maatregel, maatwerk dus. In landen als België, Duitsland en Frankrijk hebben grote bedrijven (zoals BMW en Lidl) al bereikbaarheidsafspraken met hun werknemers gemaakt.
Handhaving
Het wetsvoorstel heeft niet de intentie om werkgevers te straffen als er berichten na werktijd worden verstuurd. Het doel van het wetsvoorstel is om het gesprek tussen werkgever en werknemers te starten en daarbij passende maatregelen te nemen om het risico van uitval door het gevoel van continue bereikbaar te zijn tegen te gaan. Als de werkgever niets of onvoldoende doet kan de Inspectie SZW een waarschuwing geven. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd kan de Inspectie een zogenaamde ‘eis tot naleving’ geven op basis van artikel 27 van de Arbowet. Als de werkgever de RI&E echt niet op orde heeft dan kan de Inspectie SZW in het uiterste geval een bestuurlijke boete geven. Deze rol van de Inspectie SZW is al opgenomen in de Arbowet en betreft dus geen (nieuw) onderdeel van het wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel geeft de werknemer geen directe mogelijkheden om een werkgever aan te spreken bij (bijvoorbeeld) een burn-out als gevolg van overbelasting door continue bereikbaarheid. Een werknemer heeft die mogelijkheid wel op grond van artikel 7:658 BW (aansprakelijkheid van de werkgever wegens bedrijfsongevallen en beroepsziekten) of op grond van artikel 7:611 BW (schending van het goed werkgeverschap). Het ontbreken van beleid binnen een onderneming kan in zo’n geval een verzwarende omstandigheid voor de werkgever zijn. Reden te meer om als werkgever nu al beleid te maken op dit gebied.
De internetconsultatie met betrekking tot het wetsvoorstel staat open tot en met 31 maart 2019.
Heeft u vragen of kunt u hulp gebruiken bij het ontwikkelen van beleid? Neem dan gerust contact met ons op.