Rekenmethode tot 2020
Tot 1 januari 2020 wordt de transitievergoeding berekend per gewerkte zes maanden op basis van 1/6e maandsalaris en vanaf 10 dienstjaren op basis van 1/4e maandsalaris. Tot 1 januari 2020 geldt verder de overbruggingsregeling voor werknemers van 50 jaar en ouder die 10 jaar of langer in dienst zijn, waarbij de transitievergoeding wordt berekend op basis van ½ maandsalaris per zes maanden. De transitievergoeding bedraagt nooit meer dan € 81.000,- (in 2019) of een jaarsalaris, als dat hoger is dan € 81.000,- (in 2019).
Om de transitievergoeding te berekenen moet het loon per maand worden berekend inclusief de vaste looncomponenten (vakantiebijslag, vaste eindejaarsuitkering, overwerkvergoeding, ploegentoeslag) en evt. variabele looncomponenten (bonus, winstuitkering, eindejaarsuitkering):
bruto uurloon x gemiddelde arbeidsduur* per maand
*Als geen of een wisselende arbeidsduur is afgesproken wordt de gemiddelde arbeidsduur per maand berekend door de gewerkte uren in het laatste jaar te delen door 12 of door een getal, naar rato van de duur als die korter is dan een jaar.
Vanaf 1 januari 2020 wordt de transitievergoeding anders berekend en een stuk soberder. Ook komt de overbruggingsregeling voor 50-plussers te vervallen; dat was al geregeld in de WWZ.
Rekenmethode vanaf 2020
Per 1 januari 2020 wordt niet langer gerekend per gewerkt half jaar en vervalt ook de referteperiode van 24 maanden. Er ontstaat vanaf dag 1 van het dienstverband al recht op de transitievergoeding over de volledige duur van het dienstverband. Dat betekent dat ook bij arbeidsovereenkomsten met een hele korte looptijd, die beëindigd worden op initiatief van de werkgever, een transitievergoeding verschuldigd is.
Voor elk heel jaar dat het dienstverband heeft geduurd, bedraagt de transitievergoeding een derde maandsalaris. Voor het resterende deel van het dienstverband, of als het korter dan een jaar heeft geduurd, wordt de transitievergoeding naar rato berekend.
De nieuwe rekenmethode ziet er als volgt uit:
Stap 1: voor de hele dienstjaren geldt 1/3e maandsalaris
Stap 2: voor de resterende periode, of voor arbeidsovereenkomsten korter dan een jaar geldt:
(bruto salaris x loon per maand) x (1/3 loon per maand / 12)
Rekenvoorbeeld transitievergoeding nieuwe methode
Duur arbeidsovereenkomst: 9 jaar, 4 maanden en 5 dagen
Bruto maandsalaris: € 3.000,-
Eerst de gehele dienstjaren: 9 x (1/3 x € 3.000,-) = € 9.000,-
Dan de 4 maanden: totaal over 4 maanden x € 3.000,- = € 12.000 ->
(€ 12.000,- /€ 3.000,-) x (€ 1.000,- / 12) ->
4 x € 83,33 = € 333,33
Dan de 5 dagen: het feitelijke salaris over de resterende 5 dagen van 8 uur is € 692 (uurloon € 17,30) ) ->
(€ 692 : € 3.000) x (€ 1.000 / 12) = € 19,22
De transitievergoeding volgens de nieuwe methode bedraagt (€ 9.000 + € 333,33 + € 19,22 =) € 9.352,55.
Berekening transitievergoeding arbeidsovereenkomst korter dan een maand
Bij een arbeidsovereenkomst die korter dan een maand heeft geduurd, kan niet de arbeidsduur per maand worden berekend. Het ‘loon per maand’ in bovenstaande formule wordt het totale bruto loon inclusief de looncomponenten die gedurende de hele arbeidsovereenkomst verschuldigd waren.
Let op, bij een arbeidsovereenkomst die korter dan een maand heeft geduurd worden tot het loon ook uitbetaalde vakantiedagen gerekend. Dat geldt ook voor de vakantietoeslag en vaste eindejaarsuitkering, als die van toepassing zijn op een arbeidsovereenkomst korter dan een maand.
Rekenvoorbeeld transitievergoeding bij arbeidsovereenkomst korter dan een maand
Een uitzendkracht werkt 3 dagen van 8 uur, totaal 24 uur. Het bruto uurloon is € 20, inclusief de opbouw verlofuren. Na 3 dagen wordt de opdracht door het uitzendbureau beëindigd. De vakantietoeslag van 8% wordt in de eindafrekening meegenomen.
Het ‘loon per maand’ dat wordt gebruikt voor de berekening van de transitievergoeding is € 518,40:
Brutoloon inclusief opbouw verlofuren is: € 480 (24 x 20)
Vakantietoeslag is: € 38,40
Het feitelijk totaal verdiende bedrag van € 518,40 dient als uitgangspunt voor het loon per maand om de transitievergoeding te kunnen berekenen. De transitievergoeding bedraagt dan:
(€ 518,40 / 518,40) x (1/3 x € 518,40 x 12) -> 1 x (172,80 / 12) = € 14,40.
Al met al leiden de nieuwe rekenregels tot een transitievergoeding die een stuk soberder wordt maar wel rechtvaardiger voor de werknemers met een kort dienstverband en nu geen recht hebben op de transitievergoeding.