Hybride werken, het plaats- en tijdonafhankelijk werken, is sinds de Coronapandemie niet meer weg te denken uit onze samenleving. Veel bedrijven en organisaties hebben hieraan al in meer of mindere mate invulling gegeven. In zijn advies van 31 maart 2022 doet de SER aan het kabinet aanbevelingen over de vormgeving van hybride werken en het bijstellen van de Wet flexibel werken en het initiatiefwetsvoorstel Werken waar je wilt.
Hybride werken
Het SER advies richt zich op hybride werken. Dat gaat verder dan thuiswerken. Het is een manier van werken waarbij werkenden een bepaalde ruimte hebben om bewuste keuzes te maken waar ze werken (bedrijfslocatie, thuis, werkhub, openbaar vervoer) en wanneer ze werken. De SER verwacht dat meer werknemers en werkgevers zullen gaan kiezen voor een bepaalde mate van hybride werken: het combineren van plaats- en tijdsonafhankelijk werken. Dat heeft voordelen maar ook nadelen. Er zitten risico’s aan voor de gezondheid en veiligheid. Ook moet volgens de SER rekening worden gehouden met de grote groep werknemers die niet hybride kan of wil werken. De gevolgen van hybride werk voor werknemers en werkgevers zijn bovendien sterk afhankelijk van de persoonlijke situatie van werknemers en van een goede vormgeving van hybride werk binnen een organisatie. Iedere werknemer en werkgever heeft eigen overwegingen en belangen aldus de SER. Geen “one-size-fits-all” benadering dus.
Uitgangspunten
De SER vindt dat bij het vormgeven van hybride werken binnen organisaties een goede balans nodig is tussen zeggenschap en maatwerk, zodat op basis van overleg en gezamenlijke afspraken met ieders overwegingen rekening worden gehouden. Daarbij zijn volgens de SER de volgende uitgangspunten van belang:
- De werknemer heeft voldoende zeggenschap om de kansen van hybride werken te kunnen benutten;
- De werkgever heeft voldoende mogelijkheden tot maatwerk om de kansen van hybride werken te kunnen invullen op een wijze die past bij het werk binnen de organisatie;
- De regels rondom zeggenschap inzake plaats en tijd stimuleren dat er overleg plaatsvindt tussen partijen en dat zij gezamenlijk tot afspraken komen.
Aanbevelingen
Naast een brede analyse van de ontwikkelingen en gevolgen van hybride werken doet de SER een aantal aanbevelingen. Zo benadrukt de SER het belang van meer deskundigheid om fysieke en mentale klachten te voorkomen en het belang van handhaving bij gezond en veilig hybride werken. Voor specifieke groepen, zoals grenswerkers en werkenden met een beperking, is extra aandacht nodig.
Het juridische kader voor het plaats- en tijdsonafhankeljk werken is volgens de SER toe aan een herijking. De Wet flexibel werken - dat werknemers geen zeggenschap geeft over werken op een andere arbeidsplaats - sluit volgens de SER niet goed aan bij de huidige ontwikkelingen. Het initiatiefwetsvoorstel 'Werken waar je wilt' biedt werkgevers echter onvoldoende mogelijkheden voor maatwerk. bijzonder en interessant is dat de SER een concreet voorstel presenteert voor aanpassing van de wet en het initiatiefwetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’.
Redelijkheid en billijkheid
De SER adviseert om een verzoek van de werknemer om de arbeidsplaats te wijzigen op grond van de redelijkheid en billijkheid te toetsen. Aan de hand van een belangenafweging zal in een concreet geval kunnen worden bepaald wat redelijk en billijk is. Die toetsing geldt alleen voor verzoeken die betrekking hebben op een arbeidsplaats binnen de EU op het woonadres of een andere passende arbeidsplaats. Als het gaat om een buiten de EU gelegen arbeidsplaats, dan hoeft de werkgever dat alleen te overwegen en overleg te plegen als hij voornemens is het verzoek af te wijzen.
Er ontstaat niet per definitie een recht op hybride werken, aldus de SER, het hangt af van de concrete situatie. Dit stimuleert de werknemer en werkgever om met elkaar in overleg te gaan en gezamenlijk afspraken te maken. Daarnaast moedigt de SER aan dat over de invulling van het hybride werken collectieve afspraken worden gemaakt, via CAO’s, met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Nu al zijn in veel CAO’s afspraken over een vorm van hybride werken gemaakt. Ondernemingsraden hebben een belangrijke rol bij de diverse aspecten van een regeling over hybride werken door het adviesrecht en het instemmingsrecht over onder andere arbeids- en rusttijden, arbobeleid, privacy beleid.
Tot slot
Het SER advies geeft nuttige aanknopingspunten voor werkgevers en werknemers hoe (straks) om te gaan met hybride werken in hun organisatie. Het is aan het kabinet om met dit advies aan de slag te gaan. Uiteraard houdt Van Bladel advocaten u op de hoogte zodra meer bekend wordt over een eventueel gewijzigd wetsvoorstel over hybride werken. Heeft u vragen over dit onderwerp, neemt u dan contact met ons op of stuur een e-mail naar: info@vanbladeladvocaten.nl