De WML regelt onder meer dat een werknemer in een loonperiode altijd ten minste zijn/haar wettelijk minimumloon moet ontvangen. Het in een loonperiode minimaal uit te keren loon moet op grond van de WML worden berekend op basis van het aantal feitelijk gewerkte uren in een loonperiode. Een Tijd-voor-Tijd regeling houdt in dat, wanneer een werknemer feitelijk meer werkt dan de overeengekomen arbeidsduur per week, de werkgever de extra uren niet uitbetaalt in geld, maar (geheel of gedeeltelijk) compenseert in vrije tijd. Een dergelijke regeling staat vaak in de arbeidsovereenkomst of algemene personeelsgids.
Tot nu toe konden werknemers op grond van een Tijd-voor-Tijd regeling in een loonperiode gelet op de feitelijk gewerkte uren onder het minimumloon uit komen. Bijvoorbeeld, iemand had een normale arbeidsduur van 40 uur per week en een bruto uurloon van € 12,50 (€ 500 per week). Als diegene 20 uur in een week overwerkte, kon in een Tijd-voor-Tijd regeling staan dat de overuren in de volgende loonperiode zouden worden gecompenseerd met vrije tijd. Omgerekend verdiende deze werknemer in de betreffende loonperiode inclusief overuren € 8,33 bruto per uur (€ 500 : 60), waarmee zijn loon onder het minimum (uur)loon van € 9,20 bruto kwam te liggen.
Per 1 januari 2019 is compensatie via een Tijd-voor-Tijd regeling in deze situatie niet meer toegestaan, tenzij de overeengekomen Tijd-voor-Tijd regeling uitdrukkelijk mogelijk is gemaakt door een CAO.
Als er geen CAO van toepassing is, dan is een Tijd-voor-Tijd regeling in een arbeidsovereenkomst of arbeidsvoorwaarden nog mogelijk in de volgende twee gevallen:
- Bij werknemers die meer dan het minimumloon verdienen én die in een loonperiode niet feitelijk onder het minimumloon uitkomen door de Tijd-voor-Tijd regeling. In hetzelfde voorbeeld van een normale arbeidsduur van 40 uur per week en een bruto uurloon van € 12,50 (€ 500 per week) is er bij 5 uren overwerk 45 uur per week gewerkt. Als overwerk niet apart wordt uitbetaald, komt deze werknemer die week omgerekend op € 11,11 bruto per uur (€ 500 : 45); nog boven het minimumloon loon per uur van € 9,20 bruto. In zo’n geval blijft het mogelijk om de 5 overuren op grond van een Tijd-voor-Tijd regeling in de arbeidsvoorwaarden zonder CAO(-regeling) in een volgende loonperiode te compenseren met vrije tijd. Kortom, het uit te betalen salaris omgerekend per gewerkt uur mag nooit onder de grens van het wettelijk minimumloon komen.
- Bij compensatie van overuren met vrije tijd binnen de loonperiode waarin de overuren zijn gemaakt. Het recht op minimumloon geldt immers per betalingsperiode. Bijvoorbeeld, bij een werknemer die normaal 20 uur per week werkt en per 4 weken het minimumloon wordt betaald, kan overwerk in de eerste week met vrije tijd in de derde week worden gecompenseerd op grond van een Tijd-voor-Tijd regeling (30 uur in week 1, 20 uur week in 2, 10 uur in week 3 en 20 uur in week 4).
Het is dus van belang te checken welke mogelijkheden er zijn op grond van de toepasselijke CAO. Als er geen CAO(-regeling) geldt, moet in de gaten gehouden worden dat een werknemer gemiddeld per loonperiode niet meer overwerkt dan dat hij boven het minimumloon verdient. Bij vragen kunt u contact opnemen met ons kantoor.