Het hing al even in de lucht, maar met de instemming van de Eerste Kamer op 21 juni 2022 zal de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden op 1 augustus 2022 nu definitief in werking treden. Tijdens de parlementaire behandeling heeft de minister niet alleen de bedoeling van de wet verder verduidelijkt, maar bovendien op vergaande gevolgen gewezen. Dat de wet implicaties zou hebben op het gebied van verplichte scholing, nevenwerkzaamheden en de informatieplicht van de werkgever, was voor velen al duidelijk. Misschien wel meest opvallend is daarom de opmerking van de minister dat een (onbeantwoord) verzoek om voorspelbare arbeidsvoorwaarden tot een vast contract kan leiden. In aanvulling op de eerdere blog van mijn collega Heleen Dammingh van afgelopen januari, worden hier de meest opvallende inzichten en (mogelijke) gevolgen van de nieuwe wet besproken.
Verplichte scholing
Het wetsvoorstel riep veel vragen op naar wat nu wel en niet als verplichte scholing moet worden gezien. Helder was dat het moet gaan om opleidingen die een werkgever op grond van de wet of een cao verplicht is aan te bieden, maar wanneer is daar precies sprake van? De minister heeft verduidelijkt dat hieronder ook de bestaande wettelijke verplichting valt om werknemers scholing aan te bieden die noodzakelijk is voor het kunnen (blijven) uitvoeren van hun functie. Opleidingen die een werkgever in dat kader nu ook al moet verstrekken, moeten volgens de minister dus kosteloos zijn. Dit zijn niet alleen ‘bijspijkercursussen’ of opleidingen om het niveau op peil te houden, maar ook scholing in het kader van een verbetertraject en permanente opleidingsverplichtingen die voor tal van functies gelden.
De minister geeft verder aan dat scholing die noodzakelijk is ‘voor het verkrijgen van een diploma of certificaat waarover de werknemer bij eerste aanvang van de werkzaamheden al dient te beschikken’, niet tot de verplichte scholing hoort. De minister noemt daarbij het voorbeeld van het behalen van een onderwijsbevoegdheid voordat een werknemer in het onderwijs aan de slag kan, maar gaat verder niet in op de vraag wanneer in meer algemene zin dan precies wel en niet van een dergelijke startkwalificatie kan worden gesproken. Volgens de minister bepalen de omstandigheden van het geval of hiervan sprake is of niet.
De ruime interpretatie van de kosteloze scholingsplicht lijkt dankzij de verduidelijkingen van de minister bevestigd, maar de precieze kaders van hoe ver de kosteloze scholingsplicht van een werkgever reikt, blijven onderwerp van discussie. Meer zekerheid dan dat studiekostenbeding nog altijd mogelijk lijkt voor opleidingen die een werknemer niet direct nodig heeft in het kader van de uitoefening van zijn eigen functie, kan op dit moment helaas niet worden gegeven.
Uitbreiding informatieplicht
Als onderdeel van de uitgebreide informatieplicht moeten werknemers worden geïnformeerd over ‘de procedurele aspecten van beëindiging van de arbeidsovereenkomst’. De minister heeft duidelijk gemaakt dat op dit punt volstaan kan worden met een enkele verwijzing naar de wettelijke ontslagregels van het Burgerlijk Wetboek, zonder dat deze regels in de arbeidsovereenkomst en/of personeelsreglement hoeven te worden uitgewerkt. In gelijke zin mag een werkgever met bettrekking tot ‘de duur en voorwaarden van de proeftijd’ ook volstaan met een verwijzing naar de regels voor de proeftijd zoals die uit de wet of cao volgen.
Verzoek voorspelbare arbeidsvoorwaarden
Op grond van de nieuwe wet krijgt een werknemer de mogelijkheid om een schriftelijk verzoek te doen om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden. Volgens de minister kan dit ook een verzoek betekenen om een vast contract te krijgen. Hoewel deze ruime interpretatie van wat een verzoek om voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden kan zijn niet met zoveel woorden uit de wet volgt, onderstreept dit eens te meer het belang voor een werkgever om tijdig op een dergelijk verzoek van een werknemer te reageren. Een te late reactie betekent dat het verzoek wordt ingewilligd en kan dus mogelijk zelfs betekenen dat de werknemer op verzoek een vast contract zou krijgen!
Inwerkingtreding
De Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden treedt op 1 augustus 2022 in werking. Vanaf dat moment moet verplichte scholing kosteloos zijn, zijn studiekostenbedingen voor verplichte scholing nietig en mag nevenarbeid alleen worden verboden of beperkt als de werkgever daarvoor een objectieve reden heeft. Verder moeten nieuwe werknemers die na die datum in dienst treden, geïnformeerd worden over alle arbeidsvoorwaarden die een werkgever volgens de (uitgebreide) informatieplicht moet verstrekken; voor bestaande werknemers geldt dat een werkgever deze aanvullende informatie niet proactief hoeft te bevestigen. En werkgevers moeten zich er vanaf die datum bewust van zijn dat werknemers kunnen verzoeken om voorspelbare arbeidsvoorwaarden; zelfs om een contract voor onbepaalde tijd!
Als u vragen heeft over dit onderwerp of hulp nodig heeft bij aanpassen van uw arbeidsovereenkomsten of personeelshandboek, dan kunt u terecht bij Van Bladel Advocaten.