Tijdelijke arbeidsovereenkomst en de Wet flexibel werken: geen automatische omzetting naar vast contract
Heleen Dammingh 31 mrt 2025

Tijdelijke arbeidsovereenkomst en de Wet flexibel werken: geen automatische omzetting naar vast contract

Recent heeft de rechtbank Midden-Nederland een uitspraak gedaan over de vraag of een werknemer met een tijdelijk contract op basis van artikel 2b van de Wet flexibel werken (Wfw) aanspraak kan maken op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Wat houdt artikel 2b van de Wet flexibel werken in?

Artikel 2b van de Wfw biedt werknemers de mogelijkheid om een verzoek in te dienen voor een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden. Werkgevers met tien of meer werknemers zijn verplicht om binnen één maand schriftelijk en gemotiveerd op zo’n verzoek te reageren. Als een werkgever dit niet tijdig doet, wordt het verzoek automatisch ingewilligd.

Wat speelde er in deze zaak?

In deze zaak had de werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij de gemeente en diende hij een verzoek in om deze om te zetten naar een contract voor onbepaalde tijd. Hij beriep zich op artikel 2b Wfw en stelde dat zijn tijdelijke contract onzekerheid met zich meebracht, terwijl een vast contract hem meer financiële stabiliteit zou geven. De werkgever wees het verzoek af en de werknemer stapte naar de rechter.

Oordeel van de rechtbank

De kantonrechter oordeelde – onder verwijzing naar  Richtlijn (EU) 2019/1152 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden – dat artikel 2b Wfw bedoeld is voor werknemers met atypische vormen van werk, zoals oproepkrachten en platformwerkers, en niet voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een vaste urenomvang. De rechter oordeelde expliciet dat een tijdelijk contract niet als een atypische vorm van werk kan worden beschouwd. Dit betekent dat werknemers met een tijdelijk contract niet zonder meer een beroep kunnen doen op artikel 2b Wfw om een vast contract af te dwingen.

Vergelijking met eerdere rechtspraak

Deze uitspraak wijkt af van een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin een tijdelijke arbeidsovereenkomst wél automatisch werd omgezet naar een vast contract, omdat de werkgever in dat geval niet tijdig had gereageerd op het verzoek van de werknemer. In de zaak bij de rechtbank Midden-Nederland was er ook discussie over het al dan niet tijdig reageren op het verzoek. De rechtbank Midden-Nederland hoefde op dat punt niet te beslissen, omdat zij meeging met het primaire verweer van werkgever, namelijk dat de Wfw zich richt op werknemers met onzekere en minder voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Dit  geldt volgens de rechtbank niet voor een werknemer met een tijdelijk contract en een vast aantal uren per week.

Conclusie

De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland verduidelijkt dat artikel 2b Wfw niet gericht is op werknemers met een regulier tijdelijk contract. Omdat hogere rechters hier mogelijk anders over kunnen oordelen, is het voor werkgevers nog steeds essentieel om tijdig te reageren en zo juridische discussies, zoals in deze zaak, te voorkomen.

Heeft u hier vragen over, neem dan gerust contact op met een van de specialisten van Van Bladel Advocaten.