Op 1 juli vervallen verlofuren: of toch niet?
Dies Siegers 1 jan 2024

Op 1 juli vervallen verlofuren: of toch niet?

Wettelijke verlofuren vervallen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Op 1 juli 2023 vervallen dus alle wettelijke verlofuren die in 2022 zijn opgebouwd maar die op 1 juli nog niet zijn opgenomen. Bovenwettelijke verlofuren (alle uren boven het wettelijk minimum aantal van vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week) verjaren na 5 jaar. Zo staat het althans in de Nederlandse wet. In Europese regelgeving staat ook het nodige over vakantierechten. Het Europese Hof van Justitie heeft daarover al meerdere uitspraken gedaan.

Ook de Hoge Raad heeft zich onlangs in die Europese regels moeten verdiepen, zo blijkt uit een beschikking die de Hoge Raad op 23 juni jl. heeft gewezen. Wat speelde er?

Een werknemer (zelf advocaat) kreeg ruzie met zijn werkgever. De werknemer meende aanspraak te hebben op ca. 222 vakantiedagen in het kader van de eindafrekening van het dienstverband. De werknemer stelde zich daarbij op het standpunt dat hij deze gedurende de duur van het dienstverband (van 2005 tot2020) niet heeft kunnen opnemen en dat de werkgever hem ook niet daadwerkelijk heeft gewezen op een mogelijkheid om de verlofuren op te nemen en evenmin heeft gewaarschuwd dat de verlofuren zouden verjaren als ze niet tijdig werden opgenomen.

Het hof oordeelde dat de werkgever er niet in geslaagd was aan te tonen dat de advocaat daadwerkelijk in staat was gesteld zijn vakantie op te nemen. Ook kon de werkgever niet aantonen dat hij tijdig was geïnformeerd dat hij niet-opgenomen vakantiedagen dreigde te verliezen, als deze niet voor een bepaalde datum werden opgenomen.

Het hof wees in dit verband op de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in het zogenaamde Max Planck-arrest van 6 november 2018 . In dat arrest heeft het Europese Hof uitgemaakt dat het Europese Sociaal Handvest en de Europese Arbeidstijdenrichtlijn in de weg staan aan een regel van nationaal recht waarin vakantierechten automatisch komen te vervallen. Zo’n automatisch verval van verlofrechten is niet toegestaan als een werknemer zijn vakantie niet heeft kunnen opnemen. Het is dan aan de werkgever om aan te tonen dat hij de werknemer daadwerkelijk gelegenheid heeft geboden om die uren op te nemen en heeft geïnformeerd wat er met de rechten zou gebeuren als deze niet (op tijd) zouden worden opgenomen, zo volgt uit deze jurisprudentie.

Nu de werkgever van de advocaat niet kon aantonen dat hij de advocaat daadwerkelijk in staat gesteld had om verlof op te nemen en evenmin kon aantonen dat de advocaat gewaarschuwd was dat de verlofuren zouden verjaren, wees het hof de vordering tot betaling van de verlofuren over de hele duur van het dienstverband toe. De werkgever mocht de verlofuren dus niet als verjaard beschouwen. De Hoge Raad heeft die uitspraak van het hof in stand gelaten.

Uit deze uitspraak van de Hoge Raad wordt opnieuw duidelijk dat er van werkgevers het nodige gevraagd wordt: als een werkgever verlofuren op grond van verjaring wil afschrijven, zal de werkgever dus moeten bewijzen dat de medewerker gelegenheid is geboden verlof op te nemen en – als daarvan geen gebruik is gemaakt – de waarschuwing heeft gekregen dat de verlofuren als verjaard zullen worden afgeboekt.

Het is dus zaak dat werkgevers in geval van ophoping van verlofuren in gesprek gaan met de medewerkers en ook vastleggen welke afspraken over het opnemen en het eventueel vervallen van de verlofuren zijn gemaakt. Doet een werkgever dat niet, dan loopt deze het risico dat alle verlofuren die volgens de wet vervallen of verjaard zijn, toch moeten worden uitbetaald.