In de eerste plaats moet de OR toetsen of de ondernemer zich heeft gehouden aan de regels die het UWV heeft vastgesteld voor het verlenen van toestemming voor ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden (“ontslagvergunning”). Het UWV verleent een ontslagvergunning alleen als de werkgever aannemelijk maakt dat er sprake is van een ‘redelijke grond’ voor ontslag. De werkgever moet aannemelijk maken dat:
- er structureel (over een periode van ten minste 26 weken) arbeidsplaatsen vervallen door (gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging of door maatregelen die om bedrijfseconomische redenen nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering;
- de juiste volgorde voor ontslag is toegepast (afspiegelingsbeginsel);
- er geen mogelijkheden zijn om de werknemer(s) binnen een redelijke termijn (al dan niet met behulp van scholing) te herplaatsen in een andere passende functie binnen de onderneming of groep.
- Bedrijfseconomische reden
Voor de beoordeling van de bedrijfseconomische reden voor de voorgenomen ontslagen moet de OR zoveel mogelijk vragen stellen en informatie verzamelen die hem inzicht verschaft in de bedrijfseconomische situatie van de onderneming en de beweegredenen van de ondernemer voor de te nemen maatregelen. Daarbij kan een toelichting worden gevraagd op de noodzaak en doelmatigheid van het vervallen van arbeidsplaatsen. Denk bij de op te vragen informatie bijvoorbeeld aan omzetcijfers, management rapportages, informatie over samenwerkingsverbanden met andere partijen etc. Denk ook aan forecasts met betrekking tot de situatie na de reorganisatie. Aan de hand daarvan kan worden bepaald welk positief effect de reorganisatie heeft op de positie van de onderneming. De OR kan ook aan de ondernemer vragen welke andere maatregelen zijn genomen om gedwongen ontslagen te voorkomen.
Om er zeker van te zijn dat de OR de te ontvangen informatie vertrouwelijk behandelt, kan de ondernemer aan de OR een geheimhoudingsverplichting opleggen.
- Ontslagvolgorde
Allereerst een korte uitleg van dit begrip. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen moet de werkgever eerst afscheid nemen van ingehuurd personeel (bijvoorbeeld gedetacheerden, zzp’ers of uitzendkrachten). Vervolgens komen achtereenvolgens AOW-gerechtigden, oproepkrachten en werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst (die nog maximaal 26 weken duurt) voor ontslag in aanmerking.
Daarna worden volgens het afspiegelingsbeginsel de overige werknemers ontslagen. Bij het afspiegelingsbeginsel wordt eerst bepaald welke werknemers een vergelijkbare (“uitwisselbare”) functie hebben. Uitwisselbare functies zijn functies die vergelijkbaar zijn qua inhoud, vereiste kennis, vaardigheden, competenties, tijdelijke of structurele aard van de functie, niveau en (gelijkwaardige) beloning. Hierbij kunnen ook de omstandigheden waaronder deze functies worden verricht van belang zijn. Bij de vraag of functies uitwisselbaar zijn, wordt sec gekeken naar de functies op papier (bijvoorbeeld de functieomschrijving), en niet naar de (kennis en/of competenties van de) personen die de functies uitoefenen.
De werknemers met uitwisselbare functies worden ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen. Door afspiegeling worden de ontslagen eerlijk over de leeftijdsgroepen verdeeld, met behoud van de bestaande personeelsopbouw. Binnen de leeftijdsgroepen geldt dan dat degenen die het laatst in dienst zijn gekomen als eerste worden ontslagen.
Na het kopje ‘herplaatsingsverplichting’ volgen tips voor de OR om de ontslagvolgorde goed te beoordelen.
- Herplaatsingsverplichting
Deze verplichting is als volgt in de wet gedefinieerd. De werkgever kan een arbeidsovereenkomst alleen opzeggen wegens bedrijfseconomische omstandigheden als herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn (al dan niet met behulp van scholing), in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Hierbij is sprake van een objectieve toets op basis van het functieprofiel. Het betreft een inspanningsverplichting. Dit betekent dat de werkgever moet kunnen aantonen dat hij voldoende heeft gedaan om te herplaatsen en ontslag te voorkomen. Als de onderneming onderdeel uitmaakt van een groep, dan moeten ook herplaatsingsmogelijkheden binnen de (internationale) groep worden onderzocht.
Het is niet altijd eenvoudig voor de OR om de ontslagvolgorde en de herplaatsingsinspanningen te beoordelen. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen kan de OR aan de ondernemer vragen om de volgende informatie te verstrekken:
- een organogram van de oude situatie en een organogram van de situatie na de reorganisatie;
- de verschillende categorieën uitwisselbare functies, eventueel voorzien van een toelichting;
- een geanonimiseerd overzicht van het personeelsbestand met vermelding van de functie, de categorie uitwisselbare functies, de leeftijd en de datum van indiensttreding van iedere medewerker;
- een overzicht van de uitkomst van het afspiegelingsbeginsel per categorie uitwisselbare functies;
- functieomschrijvingen van eventuele nieuw te creëren functies;
- Een beschrijving van de invulling van de herplaatsingsinspanningen, inclusief een overzicht van (te verwachten) vacatures binnen de (groep van de) onderneming.
Daarnaast is het belangrijk dat de OR nagaat of de ondernemer voldoende heeft voorzien in een compensatie voor de gevolgen het voorgenomen ontslag voor de werknemers (transitievergoeding of een alternatief daarvoor) en eventueel in begeleiding van werk naar werk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een outplacementtraject, studievergoeding of loopbaanbegeleiding. Let in dat kader ook goed op de eventuele toepasselijkheid van een CAO. Hierin staan vaak al bepalingen over (de gevolgen van) een reorganisatie opgenomen. Indien de ondernemer zelf een sociaal plan heeft opgesteld en daarover niet op voorhand heeft onderhandeld met de OR, kan de OR vaak gedurende het adviestraject nog invloed uitoefenen op de inhoud van dat plan.
Wij hebben ruime ervaring met het ondersteunen van ondernemingsraden. Mocht u als (lid van een) OR te maken krijgen met een adviestraject over een reorganisatie en hierbij hulp kunnen gebruiken, neem dan gerust contact met ons op via info@vanbladeladvocaten.nl of telefonisch (030 2203111).